- Inkoopmanagers in de Nederlandse industrie zien een terugval in juli.
- De productie daalde door teruglopende vraag en de oplopende kosten, zo blijkt uit de NEVI-index voor de Nederlandse industrie.
- Producenten namen wél meer personeel aan en blijven optimistisch over de toekomst.
- Lees ook: Groei economische bedrijvigheid eurozone gaat minder snel dan economen verwachten
De Nederlandse industrie zag in juli een verslechtering van de bedrijfsomstandigheden, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van de NEVI-index. Die is gebaseerd op peilingen onder inkoopmanagers in de industrie.
De NEVI-index daalde in juli naar 49,2 punten waarmee de korte periode van herstel in de afgelopen drie maanden eindigde. Een waarde onder de 50 punten wijst op krimp van de industrie, daarboven is sprake van groei.
De Nevi PMI (Purchasing Managers’ Index) geeft de stand van zaken in de productiesector weer en wordt samengesteld op basis van nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraad ingekochte materialen.
Daling van nieuwe orders voor Nederlandse industrie
De daling van nieuwe orders en moeilijke marktomstandigheden zorgden voor een verlaging van de productieomvang en voorraden. De kosten voor grondstoffen, lonen en transport stegen aanzienlijk. Volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO, speelt vooral de tegenvallende buitenlandse vraag een rol, met name uit Duitsland.
"Behalve met een lage vraag naar onder andere auto's kampt de Duitse industrie namelijk ook met de gevolgen van overstromingen. De dalende productie van auto's in Duitsland leidt tot lagere vraag naar auto-onderdelen. Honderden Nederlandse bedrijven leveren materialen en onderdelen aan de Duitse auto-industrie", aldus Swart.
Ondanks de uitdagingen breidden producenten hun personeelsbestand uit en bleven ze optimistisch over de toekomst. Bijna 45 procent van de producenten verwacht een stijging van de productieomvang in de komende twaalf maanden, ondersteund door plannen voor nieuwe producten en exportmarkten.